Honderden guldens duivenvoer

on 18 maart 2017 | in Alle Berichten, Overige | by

Mensen hebben altijd belangstelling voor dieren gehad, met soms opmerkelijke relaties tot gevolg. Jan Fillekers wist dat en zag er brood in voor een nieuw NCRV-televisieprogramma in de sfeer zoals hij en Henk van der Horst al vaker hadden gemaakt. Human interest, gesprekjes met opmerkelijke mensen. Klein, ingehouden gefilmd, de camera alleen gericht op het onderwerp. En de stem van Jan die met zijn buiten beeld gestelde vragen de geïnterviewde – telkens als die dreigde stil te vallen – aanzette tot een volgende verbale aanvulling in diens verhaal; net zo lang tot er een sfeervol tableautje was ontstaan. Hun programma Showroom gold wat dat betreft al jaren als dé standaard in televisieland en dit keer zou het gaan om mensen die een aparte band met dieren hadden.

Jan en Henk stuurden me het land in met de opdracht geschikte onderwerpen te vinden voor het programma ‘De beesten, de baas’. Aanvankelijk vroeg ik me af hoe ik dat moest aanpakken, maar het antwoord was me snel duidelijk: via dierenwinkels. Want alle dieren moeten eten en hun baasjes moeten dat voer ergens kopen. En zo bezocht ik tientallen dierenwinkels in Nederland.

De vraag of hij mensen kende die iets speciaals met dieren hadden liet de verkoper in de Utrechtse dierenzaak even op zich inwerken. “Ja, een vrouw van 73 die hier wekelijks voor zo’n 250 à 300 gulden aan duivenvoer haalt. Ze is gek op die dieren. Ik weet wel dat het zoveel overlast in de buurt veroorzaakt dat ze ieder halfjaar ook nog de woningen in de omgeving op haar kosten laat reinigen.”

Ik moest bekennen dat ik er zo eentje nog niet op mijn lijstje had staan. Het bleek te gaan om de eigenaresse van een aantal woonboten met sekswerksters aan het bekende Utrechtse Zandpad. En de opbrengsten waren kennelijk zodanig dat daar wel enige dierenliefde van af kon.
Ik ging direct door naar het Zandpad, want zulke mensen wil je niet mislopen. Ze was er op dat moment nog niet, zei een van de dames waar ik navraag deed, maar ze zou ongetwijfeld aan het begin van de middag komen.

Ruim een uur stond ik bij de boten te wachten. Ondertussen vulden de daken van de flats aan de overkant van het water zich geleidelijk aan met steeds meer duiven die eveneens een afwachtende houding aannamen.
De beloning van ons geduld bleek uiteindelijk de verschijning van een wat sjofel geklede vrouw die bij een van de woonboten knielde en in het water tussen boot en de oever met haar hand tegen de walkant tikte. In no time ontstond er een krioelende en spattende poel door vissen die van alle kanten toeschoten. De vrouw strooide volop voer in het water. Ik vond het een bonus; je rekent op duiven, maar krijgt daarnaast ook nog eens vissen! Aan de overkant van de Vecht maakten de duiven zich rap los van de daken om letterlijk hun eigen graantje te komen meepikken.
De woonbooteigenaresse keek me wantrouwend aan toen ik haar aansprak. Jazeker, Jan Fillekers kende ze wel. Van Farce Majeure en Showroom en zo. Maar meedoen aan dit dierenprogramma, dat wist ze nog zo niet. Nee, eigenlijk liever niet. In haar houding herkende ik een afstandelijkheid die ik inmiddels al bij meer programmakandidaten had bespeurd. Het waren mensen die, kennelijk na teleurgesteld te zijn in andere mensen, hun gehele liefde en aandacht hadden gefocust op dieren en het daar graag bij wilden houden.

Toch was het onderwerp te mooi om zonder meer te laten schieten en dus kaartte ik het wel aan bij Jan Fillekers. “Maar jij moet het maar met je charme doen, want tegen mij was ze vrij stug”, zei ik. Jan zag er wel wat in… het onderwerp in ieder geval.
Maar ook hij ving bot. Naderhand bleek waarom. Vanwege de overlast van de honderden duiven waren buurtbewoners inmiddels bezig met een rechtszaak om een acceptabeler vorm van dierenliefde af te dwingen bij hun overbuurvrouw, die zich overigens niet beperkte tot duiven en vissen, maar ook nog sterke gevoelens bleek te hebben voor de noden van zwanen en wilde katten. En op extra aandacht van Jan’s televisieprogramma zat zij dus even niet te wachten.

Het kan niet altijd raak zijn. Dus ging ik verder met mijn speurtocht langs Utrechtse dierenzaken. Bij een dierenshop op de Amsterdamsestraatweg scheen het geluk me toe te lachen. “Jaaaa”, zei de eigenaar me op een toon die inhield dat hij een grote verrassing voor me had. “Ik ken een oudere vrouw die aan het Zandpad woont en, je gelooft het niet, die koopt wekelijks voor een paar honderd gulden duivenvoer bij me.”

Pin It

Comments are closed.

« »